Ook: gaorn
moestuin, kleine hoek bouwgrond voor tuinvruchten, bij huis of op de es, veelal door heg of anderszi
Mien olders
zeden goorn tegen de toene, woor ze de zommervruchten verbouwden, en woor de kleine vruchtbomen stun (Barger Oosterveld)
Een goorntie was een klein akkerie dicht an het dörp, veul gebruukt veur moestuun (Grolloo)
Wij hadden eerpels en bonen op het goorntie (Grolloo)
Wat stiet jo goorn der goed bij (Padhuis)
niet zo groot stuk weiland, door wallen of bomen omzoomd(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Noord)
Zie ook: