blauwroet bijvoeglijk naamwoord, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)

Ook: blauwgeroet

  1. met blauwe ruit

    Een blauwroete handdoek (Sleen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...