böp -pen, de, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe

Ook: bep (Kop van Drenthe), (Midden-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), beppe (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), böppe (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), (Zuidwest-Drenthe), bup (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))

Bron: Drentsche Volksalmanak & Drentsche Volksalmanak
  1. Veroudgrootmoeder

    Mien moe hef heur böppe en besse nog goud kend (Barger Oosterveld)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...